Ik schaam me er een beetje voor, maar ik geef het eerlijk toe: ik ben een ritselaar, een sjacheraar, een rommelaar. Je moet het niet op je CV zetten, want dan zijn er keer op keer “andere professionals die beter matchen met de functie.” Daarom roep ik dat ik van impressionistisch werken houd. Dat begrijpt niemand, maar het klinkt wel goed.
Ritselen en regelen is wat mij betreft een professionele houding die in de speurtocht naar de beste oplossingen en diepgaande innovaties onontbeerlijk is. Het is spontaan inspelen op een vraagstuk. Snel iets fixen voor een klant wat via de normale procedure dagen zou duren. Met het team op een briljante oplossing stuiten na uren aanrommelen. Afwijken van de kersverse planning, omdat de situatie daarom vraagt. Telkens de plannen bijstellen op basis van voortschrijdend inzicht.
Sommige mensen worden daar gek van! Al dat impressionisme vinden ze maar onvoorspelbaar, ontregelend en ondoordacht. Zonder enige doelbepaling, planning en plan zou het inderdaad een chaos worden. Echte creativiteit gedijt het beste op een speelveld met lijnen en een doel. De meeste organisaties zijn echter overgestructureerd en de ritselruimte is vaak minimaal. Daarmee wordt niet alleen het creatief vermogen, maar ook de levendigheid, spontaniteit en gekkigheid uit het systeem geknepen. Dat is geweldig saai voor medewerkers en klanten haken er opaf!
In onze cultuur wordt de waarde van netheid en geordendheid overschat. De kosten om bijvoorbeeld kwaliteitssystemen, zoals ISO, te optimaliseren zijn in mijn ogen vaak veel hoger dan de opbrengsten. Onderzoek heeft aangetoond dat rommeligheid kan renderen. In het boek ‘A perfect mess ~ the hidden benefits of disorder’ staat te lezen: “Though it flies in the face of almost universally accepted wisdom, moderetaly disorganized people, institutions and systems frequently turn out tob e more efficient, more resilient, more creative, and in general more effective than highly organized ones.”
Say yes to the mess!
Ik schaam me er een beetje voor, maar ik geef het eerlijk toe: ik ben een ritselaar, een sjacheraar, een rommelaar. Je moet het niet op je CV zetten, want dan zijn er keer op keer “andere professionals die beter matchen met de functie.” Daarom roep ik dat ik van impressionistisch werken houd. Dat begrijpt niemand, maar het klinkt wel goed.
Ritselen en regelen is wat mij betreft een professionele houding die in de speurtocht naar de beste oplossingen en diepgaande innovaties onontbeerlijk is. Het is spontaan inspelen op een vraagstuk. Snel iets fixen voor een klant wat via de normale procedure dagen zou duren. Met het team op een briljante oplossing stuiten na uren aanrommelen. Afwijken van de kersverse planning, omdat de situatie daarom vraagt. Telkens de plannen bijstellen op basis van voortschrijdend inzicht.
Sommige mensen worden daar gek van! Al dat impressionisme vinden ze maar onvoorspelbaar, ontregelend en ondoordacht. Zonder enige doelbepaling, planning en plan zou het inderdaad een chaos worden. Echte creativiteit gedijt het beste op een speelveld met lijnen en een doel. De meeste organisaties zijn echter overgestructureerd en de ritselruimte is vaak minimaal. Daarmee wordt niet alleen het creatief vermogen, maar ook de levendigheid, spontaniteit en gekkigheid uit het systeem geknepen. Dat is geweldig saai voor medewerkers en klanten haken er opaf!
In onze cultuur wordt de waarde van netheid en geordendheid overschat. De kosten om bijvoorbeeld kwaliteitssystemen, zoals ISO, te optimaliseren zijn in mijn ogen vaak veel hoger dan de opbrengsten. Onderzoek heeft aangetoond dat rommeligheid kan renderen. In het boek ‘A perfect mess ~ the hidden benefits of disorder’ staat te lezen: “Though it flies in the face of almost universally accepted wisdom, moderetaly disorganized people, institutions and systems frequently turn out tob e more efficient, more resilient, more creative, and in general more effective than highly organized ones.”
Say yes to the mess!